Dames en Heren,

Historici, heemkundigen  & erfgoed-actoren dragen in grote mate bij tot de sociale integratie van dorp en streek. Ze geven de inwoners van dorp en streek een thuisgevoel. Sociologen noemen ze identiteitsleveranciers.

We hebben niet op de sociologie moeten wachten om te weten dat een mens, zelfs ook tijdens het individuele jacht-traject van het leven, zich lid wil voelen van een maatschappelijk en territoriaal weefsel  : naast Vlaming, zijn we Meetjeslander, en Assenedenaar, Boekhoutenaar, Oosteeklonaar en Basseveldenaar.

Ook toeristisch beleid, en toerisme als zodanig,  maken gebruik van het materiële en immateriële erfgoed aangereikt door historici, heemkundigen, archeologen, en erfgoed-verzorgers. Toerisme zelf heeft naast een recreatieve finaliteit ook een pedagogische en economische finaliteit. Ook lokaal-regionaal toeristisch beleid heeft een maatschappelijk-integrerend effect.

In deze approach is binnen vzw Hallekin, waarvan ik graag lid werd,  het idee gegroeid om de verjaardag van 60-jaar CARNAVAL te Assenede in casu te koppelen aan het eeuwenoude Vlaamse literaire erfgoed van Diederik van Assenede. Een koppeling die misschien niet voor de hand ligt, alhoewel.  Sedert het Carnaval van 1958 heeft Assenede twee “reuzen” in het magazijn: Floris en Blancefloer. Ik verklaar me nader.

Assenede heeft de voorbije 200 jaar al meerdere culturele verenigingen gehad, die geënt waren op het eeuwenoude gedicht en de persoon van Diederik van Assenede: van rederijkerskamer, over muziekverenigingen, literaire clubs, tot toneelverenigingen; en zelfs busmaatschappijen en restaurants lenen Diederik’s naam of de naam van zijn romanfiguren.  

Assenede heeft daarbij een ferme Carnavalstraditie.
“Top” daarin was Carnaval 1958, naar aanleiding van het jaar der wereldtentoonstelling te BRUSSEL. Ook het thema Floris en Blancefloer kwam toen op een carnavalswagen terecht.
De bekende Vlaamse stoetenbouwer wijlen Frans van Immerseel zette 55 jaar geleden zijn schouders onder het Asseneeds Carnaval van 1958 dat uitgroeide tot een door toen tienduizenden bezoekers bijgewoonde stoet.  Drie keer ging deze stoet uit : 2 x in 1958 en vervolgens in 1959.

VZW VLIET onder leiding van Michel COENE maakte daar, zeer recentelijk, in samenwerking met COMEET en het Provinciebestuur, een zeer gesmaakte videorapportage over. Michel die hier aanwezig is, kan U een video bezorgen.
Een affiche van toen en het programma-boekje van toen liggen hier ter Uwer beschikking.

Kortom.
De herdenking van 750 jaar Floris ende Blancefloer kan ook in een 60-jarige editie (1958-2018)  van het Carnaval van Assenede een neerslag vinden.
ARVID zei het : niet iedereen leest boeken; doch niet iedereen gaat naar een streekmuseum; velen hebben wel belangstelling voor een groots carnaval.  Een carnaval kan ook een vehikel zijn voor cultuurdeling en cultuurbeleving.

Het is een idee dat we hierbij formuleren.  Het is duidelijkheidhalve nog geen uitvoeringsproject. Het “Jubileumboek” en “het tapijt van Assenede” zijn reeds uitvoeringsprojecten.

We formuleren  dit gedachtegoed hierbij vandaag om geïnteresseerde belangstellenden van binnen en buiten Assenede te prikkelen tot samenwerking;  zeer binnenkort bieden we het gedachtegoed  ter reflectie aan aan de  Asseneedse  gemeentelijke feestcommissie. Eerlang leggen we hieromtrent een concept van project voor aan de Asseneedse gemeenteraad.

Waar denken we aan ?
Het circa 80 meter lang (wand-)“tapijt van Assenede” zal bestaan uit een tachtigtal taferelen, waarin het verhaal van Floris ende Blancefloer wordt uitgebeeld. Elk van deze tachtig taferelen zal een apart kunstwerk zijn.
Deze taferelen zouden ook elk een neerslag kunnen vinden in een carnaval-wagen.
Het 750 jaar oude gedicht  van Diederik van Assenede hoort, in zijn Dietse editie,  tot het erfgoed van de ganse nederlandstalige cultuurgemeenschap.
Het werk zelf komt uit de Franse context.
Het werk is vertaald geworden in : Het Duits, Spaans, Italiaans, Deens, Zweeds, Engels, Tsjechisch.

Het is hier zopas al gezegd : het verhaal was honderden jaren lang de middeleeuwse Europese bestseller bij uitstek.
We zouden het een aantrekkelijk idee vinden dat een carnavalsstoet zou kunnen opgebouwd worden rond dit eeuwenoude verhaal met medewerking van carnavalsverenigingen uit onze eigen gemeente en uit de zéér weide omgeving.  Hoever ? Dat is voorwerp van eventuele verdere project-ontwikkeling.

Feit is dat eerst de taferelen voor het “wandtapijt” enige vaste vorm en inhoud moeten gekregen hebben, vooraleer een en ander verder kan geëxporteerd worden als ontwerp van project.
De “tapijt-werkgroep” is gestart. De eerste lijst der onderscheiden taferelen ligt voor. Van elk tapijt-tafereel is een individuele fiche in opmaak.

In deze vroege fase van dit deel-project doen we een oproep tot geïnteresseerden om hierover mee te denken en nadien hierrond samen te werken.

De Vlaamse Minister van Cultuur heeft benadrukt dat de “participatie-approach” haar insteek is voor dit voorliggend totaal-project van 750 Jaar Floris ende Blancefloer & Diederik van Assenede (2014-2018).

De realisatie van een gedachtegoed, als zopas voorgelegd,  zou daarbij velen betrekken.  Als op die manier onze burger van vandaag meer voeling krijgt met het eeuwenoude Vlaamse literaire erfgoed dan hebben wij heemkundigen ons doel bereikt.  Het toerisme zal er ook wel bij varen.

Succesvolle  projecten groeien uit lokale creativiteit en uit samenwerking.
Dat is wat ik deze namiddag doe : een oproep om samen te denken en, desgevallend samen te werken, om tegen 2018 de zestigjarige verjaardag van CARNAVAL-1958 te vieren op een wijze die het Carnaval van 1958 overtreft, en waarbij onze carnaval-gemeente bijdraagt aan het uitdragen van een eeuwenoud Vlaams cq Nederlandstalig erfgoed.