Vlaams linnen voor een Vlaams wandtapijt
Vijfduizend jaar geleden werd in onze streken reeds kledij van linnen gedragen.
De
Romein Titus Maccius PLAUTUS schreef 2.500 jaar geleden : "Linnae cooperta est textrino
Gallia", vertaald: "In gans Gallië wordt er linnen geweven."
De Romeinse historicus Plinius roemde 2000 jaar geleden het fijne witte linnen van de Morinen, onze verre Keltische voorouders. Ook de Franken, onze directe voorouders, teelden vlas, sponnen en weefden linnen. Duizend jaar geleden leverde het Vlaamse platteland linnen aan de groeiende Vlaamse steden.
Vlaanderen kweekte het beste vlas in Europa; de teelt werd vooral afgestemd op de vezelkwaliteit en niet zozeer op de oliewaarde van het zaad. Vandaag is ons Vlaamse vlas nog steeds zeer gegeerd omwille van de lengte en de fijnheid van de vezel. Vlaams linnen (geweven vlasvezel) wordt vandaag geëxporteerd over de hele wereld.
“Het Tapijt van Assenede. Tapijt van Floris ende Blancefloer” wordt vandaag geborduurd op Vlaams linnen, dat het keurmerk draagt van BELGIAN LINEN.
De grootste Vlaams linnenwever, de West-Vlaamse NV LIBECO uit Meulebeke, stelde 170 vierkante meter lijnwaad ter beschikking van de Asseneedse erfgoedvereniging, vzw HALLEKIN, voor het te borduren wandtapijt.
Dertiende eeuw : Dirkin van Hasnede
De Vlaamse grafelijke klerk Dirkin van Hasnede (Diederic van Assenede) leefde en werkte in de tweede helft van de dertiende eeuw, toen hij zijn 3.974 verzen tellend liefdesgedicht schreef : “Floris ende Blancefloer”. Zijn werkgebied was vooral de bestuurlijke omschrijving binnen toenmalig Vlaanderen, die de “Vier Ambachten” (met ommeland) werd genoemd. Ook dit gebied was toen bekend voor zijn vlasteelt en zijn huisnijverheid in linnen : vlasverwerking, spinnen en weven. Diederic’s werkgebied van 750 jaar geleden, waaronder de Zeeuwse en Oost-Vlaamse polders, is ook vandaag nog bekend voor zijn vlasteelt.
19° eeuw-vandaag
De vlasindustrie die tot het midden van de 19°eeuw een huisnijverheid was, werd vanaf dan geïndustrialiseerd. Paul Libeert uit Kortrijk was sinds 1858 een handelaar in lijnwaad en startte in 1904 een weverij in Meulebeke. In 1928 beschikte het toenmalige LIBEERT & CIE over 332 weefgetouwen en verdienden 250 mensen er hun brood. Na de oorlog werd LIBECO geherstructureerd. Verschillende nieuwe afzetmarkten werden van belang en het bedrijf diversifieerde zijn activiteiten. Einde 20°eeuw fuseerde LIBECO, na meer dan 100 jaar, met de Meulebeekse weverij LAGAE. Ongeveer in diezelfde de periode werd de Amerikaanse firma Hamilton Adams overgenomen.
Vandaag vertegenwoordigt het 150 jaar oude LIBECO het grootste deel van de Belgische
linnenproductie en exporteert het bedrijf meer dan 85% van zijn linnen. Bijna 200
werknemers en 65 moderne weefgetouwen weven dit Vlaamse linnen vandaag. LIBECO behoort
zo tot de top 3 linnenweverijen in Europa.
Belgian Linen
Het Belgisch linnen heeft in het buitenland een hoog kwaliteitsimago. De Belgische
linnenwevers hebben in 1960 een keurmerk gecreëerd omdat buitenlandse fabrikanten
de naam 'Belgisch linnen' ten onrechte gingen gebruiken. Het keurmerk ‘Belgian Linen’
mag enkel gebruikt worden voor linnen geweven in België met een minimum van 85% Europese
vlasvezels. Na meer dan 50 jaar is “Belgian Linen” wereldwijd gekend voor zijn
kwaliteit. Het keurmerk wordt op vandaag exclusief gebruikt door zes Belgische wevers.
Duurzaam
Dat linnen duurzaam is blijkt b.v. uit de textielweefsels die op vandaag uit de graven
van de Egyptische farao’s tot ons komen, en linnenweefsels die archeologen vinden
uit de prehistorie en vroegste geschiedenis bij ons. Dichterbij huis is het 940 jaar
oude “Tapisserie de Bayeux” (www.tapisserie-bayeux.fr) een bekend geborduurd 70 meter
lang wandtapijt. De Vlaamse wandtapijten zijn al eeuwenlang in gans Europa bekend
en gegeerd.
Gebruik & toepassing van linnen
LIBECO produceert linnen voor de industrie : meubel-, gordijn-, kledijstoffen en
technisch textiel; en vervaardigt ook afgewerkte linnenproducten zoals bed-, tafel-
en keukenlinnen en interieurdecoratie. Sinds 2006 is LIBECO ook Hofleverancier; www.libeco.com.
CEO Raymond LIBEERT en Manager Michel LIBEERT van NV LIBECO overhandigen één van de rollen linnen aan Annie De Smet, Voorzitter werkgroep “Tapijt van Assenede. Tapijt van Floris ende Blancefloer” van vzw HALLEKIN, waarbij borduurcoördinator Rene Gerits en tekenaar Peter Audenaert ‘assisteren bij ontvangst’.
CEO Raymond Libeert van LIBECO :
“We bestaan en functioneren in een moderne dynamische wereld, maar houden ook steeds een blik op het verleden. In het meer dan 150 jaar lange bestaan van ons familiebedrijf hebben vele duizenden Vlamingen ons gebracht waar we nu staan, en in alle bescheidenheid; ‘Belgian Linen’ en 'LIBECO' zijn vandaag wereldmerken in linnen.
Dit historisch besef, en het feit dat de Vlaamse culturele geschiedenis ons nauw aan het hart ligt, maken dat we graag partner zijn in het wandtapijt-project van Floris ende Blancefloer. Het eeuwenoude liefdesverhaal van Diederic van Assenede zal geborduurd worden op Vlaams linnen, geweven door LIBECO. We werken op deze manier graag mee aan het verspreiden van onze vroegste Vlaamse literatuurgeschiedenis. We wensen de vele borduursters, binnen en buiten Vlaanderen, veel creativiteit en plezier toe bij hun borduurwerk; en we hopen dat vele duizenden toeschouwers binnen enkele jaren zullen kunnen genieten van dit wandtapijt”.
Post Scriptum: Belgae & BELC’H
De Romeinse veldheer Caius Julius Caesar schreef 2000 jaar geleden dat het meest noordelijke volk van Gallië “de Belgen” werden genoemd : BELGAE. Tot dit volk behoorden meerdere stammen: bij ons in Vlaanderen waren dit de Menapiers, de Morinen, Eburonen, Tungri en Nerviers. Een Keltoloog wees erop dat het Keltisch woord BELC’H, “vlas” betekent. Belgica zou dan “het land van het vlas” geweest zijn.